Woningen in Imperia

Vastgoed in Imperia is nu erg populair geworden in Ligurië. Imperia, het administratieve centrum van de provincie, is vernoemd naar de rivier de Impero. De stad werd in 1923 gevormd door de vereniging van Oneglia en Porto Maurizio, evenals de stedelijke gebieden van nog negen stedelijke centra. Porto Maurizio, gelegen ten westen van Impero , op een kaap aan zee, is duidelijk toeristisch georiënteerd. Het historische centrum van de stad, Paraiso, dat sinds de 13e eeuw nauw verbonden is met Genua, heeft een sterke middeleeuwse kleur.

Oneglia daarentegen is het industriële 'hart' van het rijk; historische gebouwen hier hebben ook een middeleeuwse oorsprong, maar het architectonisch interessantere deel van de stad is het Dante-plein en de Bonfante-straat, die zich in de 19e eeuw ontwikkelden. Het stadhuis (Municipio), het postkantoor en het plein op het Overwinningsplein, gecreëerd tijdens de fascistische periode, tijdens de vorming van de nieuwe stad, bevinden zich tussen de twee centra, Oneglia en Porto Maurizio.

De verschillen van een smal lokaal karakter tussen deze twee centra bleven echter tot de afgelopen decennia erg sterk: het rijk heeft vandaag twee voormalige stadhuizen, twee kathedralen en zelfs drie hemelse beschermheren. Als het historische centrum van Porto Maurizio een typisch middeleeuws dorp is, dan onderscheidt het vasteland van het rijk zich door de aanwezigheid van monumenten van barokke architectuur die dateren uit de 17e-18e eeuw, de periode van culturele en economische hoogtijdagen van de zone.

Ongetwijfeld vooral in Oneglia, het gebouw van de voormalige gemeente: gebouwd in de jaren 1890 na lange vertragingen vanwege geldgebrek, kreeg het stadhuis een pseudo-middeleeuwse stijl. U kunt ook het Doria-paleis zien, dat sinds de oudheid een feodale woning was, later omgevormd tot een karakteristiek Renaissance herenhuis. Ten slotte mag het Olijfmuseum, opgericht door de gebroeders Carly naast hun beroemde fabriek, niet worden gemist.

Dit museum bezoeken betekent een soort excursie maken in de geschiedenis van olijven, dankbare bomen die zo belangrijk zijn voor de economie van de lokale regio, met nauwelijks gecultiveerde grond.